Tijdens het spreekuur zal de voeding die jullie aan jullie baby gaan geven worden besproken. De keuze voor borstvoeding of flesvoeding is een eigen persoonlijke keuze. Vaak bestaat gevoelsmatig al een duidelijke voorkeur voor de een of de andere voeding. Toch kunnen informatie en het bespreken van voor- en nadelen van beide voedingen je helpen een keuze te maken voor jullie kindje.
Borstvoeding
Wij vinden het belangrijk dat je weet dat borstvoeding kwalitatief de beste voeding voor je kindje is.
Waarom is dat zo, enkele redenen:
- Borstvoeding bevat afweerstoffen die je kindje beschermen tegen ziekten, allergieën en infecties. Kinderen die borstvoeding krijgen zijn dan ook minder vaak ziek en worden tijdens het eerste jaar 5 maal minder vaak in een ziekenhuis opgenomen dan fles-gevoede kinderen.
- Moedermelk speelt een belangrijke rol bij de groei van hersenen en zenuwweefsel.
- Borstvoeding bevordert de kaakontwikkeling.
- Borstvoeding werkt beschermend tegen middenoorontsteking en diarree.
- De band tussen jou en je kindje wordt versterkt door het intensieve contact en door de aanwezigheid van Oxytocine, het “Knuffelhormoon”.
- De melk is precies afgesteld op jouw kindje, de samenstelling verandert naar gelang je kindje ouder wordt.
- Daarnaast heeft het voor jezelf ook voordelen: je baarmoeder trekt na de bevalling beter samen wat het bloedverlies beperkt. Vaak blijft de eerste menstruatie langere tijd weg. Voed je langer, dan bestaat er een kleinere kans op borst- en eierstokkanker.
Om de kans op slagen van je borstvoeding te vergroten helpt het als jij én je partner goed geïnformeerd zijn. Bespreek je vragen ten aanzien van borstvoeding met ons, lees over borstvoeding. Er zijn informatiefolders beschikbaar, vraag ernaar. Daarnaast organiseren wij informatieavonden over borstvoeding. Tijdens deze bijeenkomsten wordt veel praktische informatie gegeven.
In het kraambed zal de kraamverzorgster of de verpleegkundige in het ziekenhuis je helpen met aanleggen van de baby, kolven en je tips en adviezen geven. In principe is het de bedoeling dat het tijdens de kraamweek lukt om de borstvoeding goed op gang krijgen. Dat betekent dat je kindje in staat is om voldoende melk uit de borst te drinken en dat je zelf het vertrouwen hebt of begint te krijgen dat het voeden je na de kraamtijd ook gaat lukken. Het is normaal dat het geven van borstvoeding vooral tijdens de eerste weken met ups en downs gepaard kan gaan. Het kan prettig zijn om dit te bespreken met andere “borstvoedende mama´s” in je omgeving of op een borstvoedingsforum. Uiteraard kun je ook je vragen stellen aan ons, het consultatiebureau, een contactpersoon van Stichting Borstvoeding natuurlijk aan een lactatiekundige (Borstvoeding Horst), dat is een specialiste op het gebied van borstvoeding).
Het is niet nodig om flessen, een kolf of flesvoeding in huis te hebben voor de bevalling. Mocht dat bij nader inzien toch nodig blijken dan is dit altijd te regelen met de kraamverzorgster en/of met ons.
In het kraambed wordt je kindje op bepaalde dagen gewogen om veel afvallen tijdig te ontdekken.
Er zijn diverse borstvoedingsorganisaties die informatie en ondersteuning bieden aan iedereen die geïnteresseerd is in borstvoeding. Kijk voor meer informatie de volgende websites eens na:
Flesvoeding
Als je je kindje flesvoeding wilt geven, kun je het beste kiezen voor volledige zuigelingenvoeding. Deze bevat alle voedingsstoffen die je kindje nodig heeft. Bij eventuele klachten is het niet verstandig om zomaar met een andere voeding te starten. Het is beter dit eerst te overleggen met het consultatiebureau. Wanneer je kind minimaal 500 ml flesvoeding per dag krijg, hoef je geen extra vitamine K te geven. Deze vitamine zit al in de voeding. Geeft je kind elke dag wél 10 microgram vitamine D extra, ongeacht de hoeveelheid vitamine D die al is toegevoegd aan de flesvoeding.
Flesvoeding is eenvoudig klaar te maken. Voor het klaarmaken volg je de instructies op de verpakking. Heel belangrijk daarbij is dat het hygiënisch gebeurt. Zorg dat je handen schoon zijn en dat de flessen en spenen zijn uitgekookt. Het lichamelijk contact tijdens het voeden is belangrijk. Neem je kind bij het voeden op schoot, dan is de kans op verslikken het kleinst.
Kijk voor uitgebreidere informatie op Voedingscentrum